Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En de bode zeide tot David: [38]Die mannen [39]zijn ons zeker te machtig geweest, en zijn tot ons uitgetogen in het veld; maar wij zijn tegen hen aan geweest tot aan de deur der [40]poort. 38. Van de belegerde stad Rabba. 39. Of, omdat de mannen [der stad] zich mannelijk, of dapperlijk tegen ons gedroegen, en tot ons in het veld uitkwamen, zo zijn wij, enz. 40. Dat is, tot aan den ingang van de stadspoort toe hebben wij hen teruggedreven, zulks dat wij, door de hitte des strijds wat te na komende, sommigen van de onzen verloren hebben.